Rolf Wassens: “Ik blijf met wind bezig”

FEERWERD Meer dan 36 jaar lang was Rolf Wassens molenaar van korenmolen Joeswert in Feerwerd. Enkele weken geleden droeg hij de molen over aan zijn opvolger. “De vrijheid die je hebt als molenaar is onbetaalbaar.”

“Mijn opa was molenaar in Balkbrug. Als kind kwam ik daar regelmatig en dacht: dat wil ik later ook. Maar er was steeds minder werk in. Dus het plan was om er mijn hobby van te maken.
Alleen in de jaren zeventig begon onverwachts het tij te keren. Toen ontstond er opeens belangstelling voor het volkorenbrood. En dat kun je met de windmolen heel goed maken. Meel voor witbrood is voor een windmolen veel lastiger.
Daarnaast kwam de aandacht voor het milieu heel erg op − een windmolen is uiteraard pure windenergie – en kwam er interesse van de Rijksdienst voor de Monumentenzorg. Zo viel het allemaal een beetje samen, waardoor er een opleving kwam.

Rolf Wassens

Toen ik in 1977 Geschiedenis studeerde in Groningen kwam er onverwachts een molen vrij in Schiedam. Die kans om daar tweede molenaar te worden heb ik met beide handen aangegrepen. Mijn studie heb ik ervoor laten schieten, en heb ik jaren later pas afgemaakt. Ik heb nooit spijt gehad van die keuze.
In 1980 kwam de molen in Feerwerd vrij en ben op die manier weer in het noorden terechtgekomen. In het begin konden we er maar net van leven. Maar ik was optimistisch en dacht dat het wel kon groeien. Dat lukte uiteindelijk ook. We draaiden vooral voor bio-bakkerijen, die toen veel in opkomst kwamen.
Ook ging ik samen met akkerbouwers en bakkerijen uit de provincie de verkoop van Groninger spelt en Groninger landbrood stimuleren. Dat spelt-project, zoals het heet, is nog steeds succesvol. Regionale producten groeien enorm in populariteit. Steeds meer mensen willen weten wat er in hun voedsel zit.

Jarenlang hebben we, los van wat tegenvallers hier en daar, heel goed gedraaid. Maar in 1999 kwam een grote klap. De Impuls-bakkerij in Pieterburen stopte en daar waren we voor 80 procent van afhankelijk.
De winkel die we erbij hebben is wel altijd goed blijven lopen. Maar het was voor mij toch noodzakelijk om er ander werk bij te zoeken. Zo ben ik uiteindelijk het molenaarsambacht gaan combineren met lesgeven op een middelbare school. Drie dagen in de week gaf ik economie op een vmbo. En tot voor kort werkte ik de andere drie dagen dan op de molen.
Als eigenaar van Joeswert was ik molenaar, vertegenwoordiger, verkoper, vrachtrijder en boekhouder. Je doet alles zelf. Je bent dus heel zelfstandig. Dit betekent dat als het mis gaat jij ook de klap krijgt. Maar aan de andere kant: de vrijheid die je hebt als molenaar is onbetaalbaar.

Ik ben nu gestopt omdat ik last van mijn rug kreeg. Het gaat allemaal nog wel, maar ik wilde stoppen voor ik er echt last van kreeg. Wat ik bij oudere molenaars veel heb gezien is dat ze versleten zijn van al het zakken tillen en de stof die ze hebben ingeademd. Ik blijf nog wel verbonden aan de molen, maar dan als vrijwilliger. Joeswert heb ik nu overgedaan aan Dirk Doeglas. Zo’n molen moet blijven draaien.

Ik ben in mijn vrije tijd organist. Zo’n orgel moet ook worden gebruikt. Anders heb je wel een mooi ding staan, maar daarvoor is het niet bedoeld. Bij zo’n orgel, dat een blaasinstrument is, wordt trouwens gesproken over windvoorziening. Dus als ik zondags ergens speel in een kerk ben ik alweer met wind bezig.

Artikel Noorderkrant/Arjen Zijlstra
foto: Germ Geersing